22 – Hallo lieve vriendinnen op afstand

Hallo lieve vriendinnen op afstand,

2012 is nog maar net begonnen of ik heb mijn goede voornemen om fiks te gaan sporten al laten varen. Ik zou vandaag beginnen! Maar het woordje ‘zou’ zegt al genoeg; ik ben niet gegaan.
Dat zit zo. Ik kon weer ‘ns niet slapen. Ik ga om 00.30 uur naar bed en ben om 3.30 uur klaar wakker. En dan draaikont ik een half uur in de rondte, tot ik er gek van word en dan ga ik er uit. Ik heb dat wel vaker en dan ga ik gewoon tv kijken of zo, tot ik helemaal kiekelekoeris ben en mijn bed weer intol, maar nu heeft mijn wakker liggen echt een zenuwachtige oorzaak. Laat ik bij het begin beginnen.
2011 begon met het ziek worden van mijn vader. Misschien herinneren jullie nog dat ik er in de show over sprak: ‘wie zorgt er nou ‘s voor mij? Met mijn puberkinderen, overgangsperikelen en een doodzieke oude vader.’
Mijn lieve vader en ik woonden gelukkig vlak naast elkaar, dus ik kon er altijd zijn. En dat was ik als een mantelzorgende dochter dan ook. En niet alleen aanwezig, maar ik sleepte de man ook mee naar ziekenhuizen, onderzoeken, afspraken enz. enz. Ik kookte, ik zorgde voor de hulpmiddelen, ik ging na optredens altijd nog even praten en was gewoon in de buurt. Hij werd zieker en zieker. Kwam helemaal niet meer buiten, werd knorriger en knorriger (vooral tegen mij natuurlijk, tegen wie anders!) maar bleef een chagrijnig soort hoop houden dat hij toch wel beter zou worden. Ik wist dat daar geen sprake van was, maar ik acteerde dat het een lieve lust was. Het was een uitputtingsslag. Ik denk dat velen van jullie daarover mee kunnen praten.
Niet alleen fysiek was het zwaar, want hij belde vaak ook middenin de nacht dat hij naar huis wou (terwijl hij thuis wás, dus dan rende ik in mijn pyjama naar ‘m toe), maar ook geestelijk. Ik werd zo intens verdrietig van het hele proces. In januari 2011 reed hij met z’n 81 jaar nog op z’n brommer rond voor de bezorgservice van Bagels&Beans en in oktober zag hij op de gordijnen hele taferelen van bijvoorbeeld Franse ruiters (???) die er uiteraard helemaal niet waren. Het waren maanden van afscheid nemen. Ik heb wat afgehuild in mijn eentje in de auto. Dan kun je namelijk zo lekker ongestoord verdrietig zijn.
Het ging langzaam en snel tegelijk. Als een persoon waar je van houdt zo ellendig is, wil je dat er snel een einde aan komt. Maar het lichaam kan zo sterk zijn, dat het ondanks alle slijtage en uitvallende onderdelen toch nog maar door blijft leven. En dat is dan zo sneu. Dat je die vitale vent zo ziet veranderen in een vogeltje.
Uiteindelijke stond er bij mij een babyfoon en ging ik nooit meer weg zonder dat er iemand op hem lette. En eind november, toen ik na een optreden om 1.30 uur nog even bij hem langs ging, zei de nachtthuiszorg: het gaat niet goed.
Ik heb ‘m vastgepakt en na 2 minuten blies hij zijn laatste adem uit.
26 november 2011
En er viel een deken van liefde om me heen. Ik huilde niet; ik werd warm van binnen. En dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven. Als ik aan ‘m denk, word ik blij. Blij, omdat hij 52 jaar mijn vader was. Blij, omdat ik er steeds heb kunnen zijn. Blij, omdat hij zijn huis waar hij 40 jaar heeft gewoond, niet hoefde te verlaten. Dat hij alles uit het leven heeft gehaald wat er in zat. Dat het zo’n heerlijke vent was. Dat hij mijn vader was.
2 januari 2012
Zijn (en ook een beetje mijn) huis is leeg. Dat was niet makkelijk. Dat weten jullie ook wel. Ik heb er als kind ook gewoond, dus uit gemak zijn er heel wat zaken in kasten blijven liggen. En daar werd ik nu mee geconfronteerd. Ik heb heel veel weg gedaan. Maar er is ook meer gebleven dan ik eigenlijk wou. Maar daar wil ik de tijd voor nemen. Dus staat de zolder van mijn bovenbuurvrouw vol (lief!), de garage van mijn nichtje (lief!), de zolder van een vriendin (lief!) en mijn huis en kantoortje achter in de tuin.
En daar heb ik vannacht gezeten.
Want de rommel in mijn hoofd is zo mogelijk nog groter. Ik moet er doorheen. En dan lig ik wakker en pieker. Waar láát ik het allemaal. Dus dan loop ik in badjas door de tuin en begraaf me in mijn tuinhuisje in de papieren en foto’s en gooi ik zo veel mogelijk weg. Dat gaat goed.
Maar nu ben ik de statuten van mijn stichting kwijt. Die lagen ergens op mijn bureau en nu niet meer. Zijn ze in de vuilniszakken beland? Of tussen foto’s of oude scripts? Ik denk dat ik daar vannacht maar ’s wakker van ga liggen. En dan ga ik morgen maar niet sporten.
Een heel fijn 2012 gewenst.
Saskia