46 – Lieve gezusters zang

Lieve gezusters zang,

Paulette en ik zijn aan de reprise van Vuile Huichelaar 4 bezig. Dat betekent dat we vorig seizoen al zo’n zestig shows hebben gedaan en dat er nu nog iets van 25 optredens op ons bordje liggen. Dat lijkt veel, maar we werken tot eind mei, dus dan begrijp je dat we tijd over houden. Ja ja. Echt niet.
Er is namelijk een lijst van administratieve achterstanden door al dat harde werken (Kerstshow nam maanden van onze tijd) die nu dan eindelijk weggewerkt dienen te worden. Leuker kunnen we het niet maken, makkelijker wel, roept de belastingdienst. Nou dat geldt niet voor mij. Alles wat met cijfers en geld te maken heeft, laat mij naarstig de andere kant opkijken. Het is heerlijk om geld te hebben, het te verdienen. Maar rekeningen sturen, bonnetjes bewaren, archiveren, de boekhouding doen. Getver de getver wat vind ik dat toch een verschrikking. Iedere keer neem ik me weer voor om het bij te houden. Keurig elke bon uit mijn tas of jaszak of broekzak of autovakje of plastic tasje op een prikker doen. Maar daar begint het al mee natuurlijk. Geeeeen bonnen in de broekzak stoppen, niet als een propje in je jaszak waar later je kauwgom in verdwijnt, nee keurig opvouwen in den portemonnee. Help, bij het allereerste bonnetje gaat het al mis. Waarom is het toch zo moeilijk om georganiseerd te werk te gaan. Ik heb niet de illusie dat ik de enige ben namelijk. En niet alleen is alles altijd zoek, het lukt me ook pas op het allerlaatste moment. Dan ren ik tot diep in de nacht rond, op zoek naar alle papieren of ik duik diep in mijn computer waar ook alweer die digitale rekening was die ik wel meteen betaald heb (dat dan weer wel) maar niet had uitgedraaid, want dat ging ik morgen wel doen. Niet dus. Glad vergeten. Want dingen die niet zo leuk zijn, zijn nóg makkelijker te vergeten dan al het andere wat niet meer beklijft in het ouder wordende hoofd. Het voor je uit schuiven van zaken waar je geen zin in hebt, is behoorlijk algemeen. Maar nu kom ik er niet onderuit. Ik heb tijd. Dus moet ik aan de zaken die onderaan het lijstje bungelen beginnen. Orde. Opruimen.
Maar ik ga eerst even moed indrinken met mijn buurvrouw-vriendin.
We kunnen beter zeggen: we kunnen het leven niet makkelijker maken. Leuker wel.