19 – Hoi zomervriendinnen!

Hoi zomervriendinnen!

De zon schijnt, we zitten in de tuin met familie, buren en vriendinnen, we barbequën (schrijf je dat zo?!) en zien het langzaam donker worden. De kinderen verdwijnen langzaam naar hun kamers of zijn in bed gelegd en het wat oudere nageslacht gaat nog even de stad in terwijl de vaders en moeders bij de zingende merel het over lang vervlogen tijden hebben. Tsja, was het maar waar. De regen giert om het huis, onze kachel staat na lang dubben weer aan en ik loop niet op slippers maar op dikke sloffen. Ik heb zelfs koude vingers en een koud neustipje! Zou het betekenen dat wij naadloos de kerst in gaan?! Dat zal toch niet waar zijn?
Het gekke is, dat dit weer me niet inspireert om wat dan ook te doen. In bed liggen met een boek zou het beste zijn, maar er zeurt toch dat stemmetje dat zegt dat ik wat nuttigs zou moeten doen. Dus lezen lukt niet. Maar opruimen of de was doen of de administratie ook niet! Als de zon schijnt, jaag ik door het huis, smijt ik vrolijk met de was en is alles in een wippie gedaan, waarna ik buiten ga zitten met een kop koffie als beloning. Of ik lanterfant omdat ik denk dat ik er nu van moet genieten. Heb ik gelijk of niet!
Dus deze nieuwsbrief is bedoeld als hart onder de riem. Voor mezelf. Dat ik in ieder geval een brief aan jullie heb geschreven. Aan mijn lieve vriendinnen op afstand. Maar ik hoop van harte dat niemand dit leest. Dat alle vrouwen die Vuile Huichelaar hebben bezocht op een warm strand liggen met hun luie billen in het zand en hun moede voeten in het water. Met of zonder brave kinderen en met of zonder lollige partners en/of vriend(inn)en. Ik was twee weken met het gezin in Frankrijk. Ik heb alleen maar wolken gezien, het was 17 graden en ik had geen dikke trui bij me, dus ik had het koud. Dochter van 18 en zoon van 16 waren nog één keertje mee en dat was inderdaad ook meteen vreselijk de allerlaatste keer! Ik kan wel huilen dat dat zo is uitgepakt. Volgend jaar moet ik wel met een hele uitheemse bestemming aankomen willen ze ooit nog mee gaan met die duffe ouders. Het is een wonder dat we
elkaar niet allemaal een kopje kleiner hebben gemaakt. Hulde voor ons. Maar aan ieder nadeel zit een voordeel:
Ik ben dolblij dat ik weer thuis ben.
En dat ik dus niet zo goed weet wat ik met mezelf aan moet, gaat vast wel snel over…
Heb het fijn allemaal!