54 – Lief publiek

Lief publiek,

Het is plotseling even zomer in ons doorgaans nogal koude landje en daardoor heb ik de afgelopen week behoorlijk wat gespijbeld. We spelen met onze Vuile Huichelaar show het staartje van ons tweede seizoen en zijn druk bezig met het maken van Vuile Huichelaar de Zesde en dat is normaalgesproken al niet eenvoudig, maar helemaaaaal niet als de zon schijnt. Dan krijg ik vluchtgedrag en denk ik dat ik beter kan schrijven als het regent of als het donker is. Ik kan het in mijn hoofd allemaal heel goed verantwoorden, maar als de dagen dan voorbij vliegen, krijg ik steeds meer de zenuwen.
Het hele creatieve proces is te vergelijken met een bevalling. Het duurt een aantal maanden en in die maanden voel je je soms geweldig en soms ronduit verschrikkelijk. En dan kan de hele wereld roepen dat het allemaal goed komt; dat helpt geen snars.
Die onzekerheid is killing.
Ik denk namelijk met zekerheid te weten dat het deze keer echt niet gaat lukken. Ook al zeggen alle familieleden dat ik dat iedere keer zeg; nu weet ik het zeker. Dit wordt niks.
Tót het moment komt dat ik weer over een drempel ben en geloof dat het ‘t leukste programma ooit wordt. Die momenten duren helaas nooit zo lang als de faalangstige periodes.
Ik maak nu al meer dan 30 jaar theaterprogramma’s en er is er nog nooit één geflopt. Dat zegt toch wel iets. Nu ik het hier typ, kan ik het al bijna niet geloven, maar het is echt waar.
Ik moet daar toch zo langzamerhand wat zelfvertrouwen uit halen.
Helaas is dat niet het geval.
Als een haarbal zit dat hele programma klem in mijn systeem en maak ik de raarste sprongen om het eruit te krijgen.
Gelukkig heb ik een partner in crime en sta ik er niet alleen voor. Samen praten we tot we een ons wegen, lachen we ons gek om onze eigen grappen en roepen we heel hard dat dat een goed teken is.
We barsten zelfs nog wel eens in tranen uit als we een emotioneel lied uitproberen. En dan zeggen we weer tegen elkaar dat we gek zijn. Totaal gestoord.
Gelukkig maar, want de rare zaken in het leven maken het de moeite waard. En zo ook het hele bevallingsproces. We kunnen niet zonder. En als de bevalling dan eenmaal achter de rug is, kijk je met grote verwondering naar je boreling. Is dat ‘m nou? Hij moet nog een beetje gewassen en een beetje rechttrekken, maar na een paar try-outs en wat gepoets, is je baby klaar voor het grote publiek. Soms zit er een beentje waar een armpje hoort te zitten, maar die draaien we dan gewoon om. En dan zijn we trots!!! En kunnen we niet geloven dat we het ooit niet zagen zitten.
Helaas is het nu nog niet zo ver. De zon schijnt, ik wil koffie drinken met vriendinnen, ik wil planten halen voor in de tuin, ik wil graag naar het theater om onze huidige show te spelen, maar schrijven? Nee, dat doen we morgen wel.
Een onzekere en toch zelfverzekerde groet,
Saskia.
Vuile Huichelaar/Mrs. Einstein